Zelfstandigen beter beschermd in geval van gelijkstelling met bijberoep
of gehuwd zijn met een zelfstandige in hoofdberoep (minstens deeltijds werknemer/minstens deeltijds ambtenaar) of met iemand met een vervangingsinkomen (bv. pensioen of werkloosheidsuitkering)
of student zijn
of weduwe/weduwnaar zijn en een overlevingspensioen ontvangen.
Voor een vrijstelling van bijdragen moeten de vermoedelijke inkomsten in 2019 lager liggen dan 1.531,99 euro per jaar.
Voor een vermindering van bijdragen moeten de vermoedelijke inkomsten in 2019 liggen tussen 1.531,99 euro en 7.253,83 euro per jaar.
De beslissing tot vrijstelling van bijdragen is voorlopig want van zodra de definitieve referte-inkomsten gekend zijn, kunnen de bijdragen geregulariseerd worden.
Alleen voorlopige bijdragen die nog niet werden herzien, kan je recupereren. De eventuele terugbetaling kan enkel gebeuren op voorwaarde dat op grond van de betaalde bijdragen niet al sociale rechten werden genoten (ten vroegste naar aanleiding van de regularisatie).
Geen sociale rechten
Wie zich beroept op de toepassing van artikel 37 bouwt in het sociaal statuut van de zelfstandigen geen sociale rechten op in eigen naam. Dus tijdens de gelijkgestelde jaren wordt geen pensioen opgebouwd, heb je geen recht op kinderbijslag, een arbeidsongeschiktheidsuitkering of op terugbetaling van medische kosten.
Je socialezekerheidsrechten (ziekteverzekering, kinderbijslag, pensioen) worden opgebouwd via je partner (zie 1e voorwaarde).
Stopzetten van gelijkstelling
De gelijkstelling met een bijberoep kan je stopzetten via een
Nieuw is dat de gelijkstelling niet enkel meer geldig is voor het betrokken bijdragejaar maar ook voor de volgende jaren, zolang de zelfstandige niet uitdrukkelijk verzaakt aan de toepassing van artikel 37.
De aanvrager wordt geacht verzaakt te hebben aan zijn aanvraag wanneer zijn beroepsinkomsten (berekening voorlopige bijdragen) de drempel voor de gelijkstelling bereiken en hij geen aanvraag tot vermindering heeft ingediend. Die verzaking heeft uitwerking vanaf 1 januari van het betreffende bijdragejaar. Dus wie een wettelijke voorlopige bijdrage betaalt die minstens even hoog is als voor een zelfstandige in hoofdberoep, wordt vanaf bijdragejaar 2019 automatisch als een zelfstandige in hoofdberoep beschouwd.