Wat is er nog overdraagbaar van de notionele interestaftrek?
In de vennootschapsbelasting zijn er heel wat 'aftrekken' voorzien. Dit zijn bedragen die van de belastbare winst mogen worden afgetrokken. Dat zijn onder andere de dbi-aftrek, de aftrek voor octrooi-inkomsten en de aftrek van vorige verliezen (verliezen uit vroegere jaren). Ook de notionele interestaftrek (officiële naam: de aftrek voor risicokapitaal) behoort tot deze aftrekken.
Waarom 'overdraagbaarheid' nodig?
Omdat de volgorde van de aftrekken strikt moet worden gevolgd, kan het dat na de aftrek van de octrooi-inkomsten, de vennootschap geen winst meer over heeft.
Notionele interestaftrek niet meer overdraagbaar
Vanaf aanslagjaar 2013 is de overdracht van in het belastbaar tijdperk niet-benutte NIA naar volgende jaren niet meer mogelijk. Die gaat dus onherroepelijk verloren.
Maar de in het verleden opgebouwde stock kan nog wel benut worden
Vele vennootschappen beschikken nog over een grote 'stock' en overschot aan NIA die ze in vroegere jaren niet hebben kunnen benutten. Dat deel gaat gelukkig niet verloren. De bestaande overschotten kunnen nog wel verder aangewend worden. De stock aan niet-benutte aftrekken voor risicokapitaal kunnen in mindering worden gebracht van de winst van de zeven belastbare tijdperken volgend op dat waarin de aftrek voor risicokapitaal in eerste instantie niet in mindering kon worden gebracht.
Maar met een nieuwe beperking
Wanneer de winst die overblijft na toepassing van alle voorgaande aftrekken meer bedraagt dan één miljoen EUR, wordt het aftrekbaar bedrag dat deze grens overtreft, beperkt tot 60 %. De eerste belastbare schijf van 1.000.000 EUR kan dus helemaal worden weggewerkt door de overgedragen aftrek. Het gedeelte boven deze drempel zal steeds voor 40 % worden belast.
Gevolgen van de beperking worden beperkt: een nieuwe overdraagbaarheid
Ook de aftrek van de NIA-stock wordt dus beperkt. Dat kan er toe leiden dan de overgedragen 'stock' niet helemaal gebruikt kan worden (zie voorbeeld hierboven: vennootschap X heeft nog 195.000 EUR ongebruikte overgedragen NIA over). Om deze beperking te temperen, werd er een nieuwe overdraagbaarheid ingevoerd. Het gedeelte van de bestaande overschotten die tijdens een bepaald jaar niet kunnen worden afgetrokken omwille van de beperking tot 60 %, kunnen zonder tijdslimiet overgedragen worden naar volgende belastbare tijdperken en dan afgetrokken worden (in ons voorbeeld kan vennootschap X dus de 195.000 EUR aan NIA in een volgend jaar gebruiken, wanneer er voldoende winst is).
Er bestaan nu drie verschillende notionele interestaftrekken
Er bestaan dus momenteel drie notionele interestaftrekken....
1) de gewone notionele interestaftrek van het belastbare tijdperk, die niet overdraagbaar is;
2) de stock aan notionele interestaftrek, die beperkt in de tijd overdraagbaar is (naar de zeven jaren volgend op het jaar dat de NIA oorspronkelijk niet gebruikt kon worden);
3) het deel van de stock die omwille van de 60 %-grens niet kon worden gebruikt, deze NIA is onbeperkt in de tijd overdraagbaar.
In welke volgorde de stock aan NIA gebruiken?
Aangezien de overdracht van de overschotten van de aftrek voor risicokapitaal in de tijd beperkt wordt, is de volgorde waarin de aftrekken gebeuren belangrijk. Zo zal bv. de 'stock' uit 2008 al verloren gaan in 2015, en die van 2011 pas in 2018. Daarom is het ook toegestaan bij het gebruik van de stock te beginnen met de aftrek afkomstig uit de oudste aanslagjaren, dus eerst die uit 2008 en dan 2011.