Toelichting bij misbruik van economische afhankelijkheid
De
Wat het onderdeel oneerlijke marktpraktijken betreft, beperkt de wet zich tot enkele verduidelijkingen van de bestaande wetgeving. Dit deel van de wet trad al op 1 september 2019 in werking.
In het onderdeel over de onrechtmatige bedingen definieert de nieuwe wet een onrechtmatig beding
Economische afhankelijkheid
Ook het begrip economische afhankelijkheid werd door de wet van 4 april 2019 ingelast in het Wetboek van Economisch Recht (WER). Maar een
Het wetboek definieert een 'positie van economische afhankelijkheid' als een
Er zitten drie elementen in deze definitie: de onderneming die voorwaarden opgelegd krijgt, de onderneming of ondernemingen die de voorwaarden oplegt en ten slotte het misbruik, nl. de prestaties of voorwaarden die onder normale marktomstandigheden niet zouden kunnen.
De machtspositie hoeft niet het gevolg te zijn van marktdominantie. Het kan zich bijvoorbeeld ook voordoen als de ene onderneming een belangrijk deel van de omzet van de andere onderneming vormt, of als een onderneming enkel via die andere onderneming aan goederen kan geraken (bijvoorbeeld om herstellingen uit te voeren). Andere voorbeelden zijn het gevaar van represailles,. het beëindigen van de contractuele relatie of het toekennen van bijzondere kortingen.
Procedure
Het nieuwe KB regelt heel wat procedurale aspecten.
Het voorziet onder meer dat de auditeur-generaal voortaan ambtshalve kan beslissen een onderzoek te starten of na een klacht van iemand die een rechtmatig belang heeft. De auditeur-generaal kan de betrokkenen ook een termijn opleggen om besprekingen te voeren om tot een schikking te komen.
Boetes
De boetes in het WER zijn niet van de poes. Het Mededingingscollege kan in geval van misbruik elk van de betrokken ondernemingen en verenigingen van ondernemingen een geldboete opleggen van maximaal 2% van hun omzet. Dit is minder dan de gewone sancties voor inbreuken op de mededingingswetgeving (van toepassing in geval van kartels en misbruik van machtspositie), want daar kunnen de boetes oplopen tot 10% van de omzet.
Het Mededingingscollege kan ook dwangsommen opleggen (maximum 2% van de gemiddelde dagelijkse omzet per dag vertraging) om het misbruik te laten ophouden of als dwangmaatregel voor voorlopige maatregelen genomen om het misbruik van economische afhankelijkheidspositie op te schorten.
Noteer dat onder omzet wordt verstaan: de totale omzet op de nationale markt en bij de export, behaald tijdens het boekjaar voorafgaand aan de beslissing.
Het voormelde koninklijk besluit trad in werking op 12 augustus 2020 maar het zal pas van toepassing zijn vanaf 1 december 2020.