Statistiekverplichting: jaarlijkse structuurenquête bijgewerkt
De enquête naar de structuur van de ondernemingen richt zich tot iedere rechtspersoon of natuurlijke persoon die goederen produceert en/of diensten levert: vennootschappen, instellingen, verenigingen (nieuwe vragenlijst komt niet aan bod in dit artikel), intercommunales, zelfstandigen (ook sommige vrije beroepen). De ondernemingen die een jaarrekening volgens een verkort of een volledig schema neerleggen, moeten een bijlage bij de jaarrekening invullen.
De enquête bestrijkt de industrie, de bouwnijverheid, de handel, de horeca, het vervoer, sommige financiële diensten, alle diensten aan de bedrijven evenals een aantal sociaal-culturele diensten en gemeenschapsvoorzieningen en de dienstverlening aan personen. Voor de banken en de verzekeringen wordt een afzonderlijke enquête gehouden, gezien hun specifieke boekhoudkundige verplichtingen.
Ondernemingen worden steeds ondervraagd als ze meer dan 20 personen tewerkstellen of meer dan 8 miljoen euro omzet realiseren (klasse 4 en 5). Beneden die drempel gebeurt de bevraging steekproefsgewijs. Er is een beurtrol voor de ondervraagde sectoren en ondernemingen. De enquête gaat telkens over de gegevens van het voorgaande boekjaar. De onderneming die haar verplichtingen niet nakomt, riskeert een geldboete tot 10.000 euro.
Vereenvoudigde vragenlijst voor kleine ondernemingen en zelfstandigen
Ondernemingen die een vereenvoudigde boekhouding voeren en zelfstandigen (met uitzondering van de niet btw-plichtigen) die geen aan de sociale zekerheid onderworpen werknemers hebben, moeten de nieuwe vereenvoudigde vragenlijst gebruiken.
Gedetailleerde vragenlijst voor grote ondernemingen
Ondernemingen die een volledige boekhouding voeren maar niet verplicht zijn om hun jaarrekening neer te leggen bij de Balanscentrale, moeten hun gegevens via de nieuwe gedetailleerde vragenlijst indienen. Deze grote ondernemingen moeten op de vragenlijst nu ook volgende gegevens vermelden:
de einddatum van het boekjaar en het enquêtejaar;
de omzet (in %) die voortvloeit uit de productie van goederen en/of diensten die het milieu beschermen;
de handelsgoederen, grond- en hulpstoffen, diensten en diverse goederen;
de 'overige goederen en diensten', waarvan vergoedingen toegekend aan bestuurders, zaakvoerders en werkend vennoten (opgenomen in 'Aankopen van diensten en diverse goederen');
de bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen, waarvan vergoedingen toegekend aan bestuurders, zaakvoerders en werkend vennoten (opgenomen in de personeelskosten);
de aanschaffingen van materiële vaste activa, waarvan edele metalen, edelstenen, antiquiteiten en kunstvoorwerpen;
de verkoop van materiële investeringsgoederen, waarvan edele metalen, edelstenen, antiquiteiten en kunstvoorwerpen;
wanneer er geen voorraden zijn.
De ADSEI vraagt ook aan deze ondernemingen om het aantal minuten te noteren om de enquête in te vullen.
Bijkomende statistische vragenlijst bij het volledig schema van de jaarrekening
Ondernemingen die zijn geselecteerd en die verplicht zijn om een gestandaardiseerde jaarrekening neer te leggen, moeten de structuurenquête samen met hun jaarrekening neerleggen bij de Balanscentrale (XBRL).
Bijkomende statistische vragenlijst bij het verkort schema van de jaarrekening
De ondernemingen die verplicht zijn om een verkort schema van de jaarrekening neer te leggen, moeten de bijkomende statistische vragenlijst bij het verkort schema invullen.