Prenatale erkenning kan gedurende ganse zwangerschap
In het Burgerlijk Wetboek stond tot nu alleen dat een niet-gehuwde ouder (vader of meemoeder) een kind prenataal kan erkennen. Zonder enige vermelding van een zwangerschapstermijn. Sommige gemeenten werkten echter wel met een zwangerschapstermijn. Zij maakten een prenatale erkenning bv. pas mogelijk na zes maanden zwangerschap. Andere gemeenten hanteerden geen minimale zwangerschapstermijn.
Om een eind te maken aan die verschillende praktijken, grijpt de wetgever in. Hij stelt expliciet dat de prenatale erkenning kan gebeuren op elk moment van de zwangerschap. Gemeenten kunnen dus niet langer stellen dat een vader of meemoeder pas na bv. zes maanden zwangerschap het kind kan erkennen.
Arts of vroedvrouw
Een prenatale erkenning kan alleen gebeuren op basis van een zwangerschapsattest. Zowel een arts als een vroedvrouw kan dat attest opmaken. Zonder attest kan de niet-gehuwde ouder het kind niet prenataal erkennen.
Inwerkingtreding
De nieuwe wet van 20 februari 2017 treedt in werking op 1 april 2017.
Bron: Wet van 20 februari 2017 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek wat de prenatale erkenning van een kind door een niet-gehuwde ouder betreft, BS 22 maart 2017
Zie ook:Burgerlijk Wetboek (art. 328)