Pensioensparen: de nieuwe regels
Sinds 1 januari 2015 is het tarief. gezakt van 10 % naar 8 %. Let wel op: dit verlaagde tarief geldt enkel voor kapitaal dat de belastingplichtige bijeen heeft gespaard in een
Om de belasting aan 8 % te kunnen genieten, moet het kapitaal wel op een gunstig moment uitgekeerd worden. Aangezien het om 'pensioensparen' gaat, is dat pas als de gerechtigde (bijna) de pensioenleeftijd heeft bereikt. In concreto bedraagt het tarief 8 % als de uitkering gebeurt:
wanneer de belastingplichtige op pensioen gaat op de gewone pensioenleeftijd;
wanneer de belastingplichtige op pensioen gaat tijdens één van de vijf jaar voor de gewone pensioenleeftijd;
wanneer de belastingplichtige op brugpensioen gaat (letterlijk: als hij toetreedt tot het stelsel van de werkloosheid met bedrijfstoeslag, dit is de officiële naam van het brugpensioen);
wanneer de belastingplichtige overlijdt.
Als de uitkering gebeurt op een ander tijdstip is er 33 % belasting verschuldigd.
In 2015 en 2016 kan uitkering bij het op brugpensioen gaan nog aan het gunstig tarief van 8 %. Vanaf 2017 niet meer. Wie dan voor zijn zestigste op brugpensioen gaat en zijn kapitaal uitgekeerd krijgt, betaalt de volle pot (33 %). Eigenlijk is dat een eerder theoretische wijziging, aangezien vanaf 2017 brugpensioen in principe pas kan vanaf 60 jaar.
... maar wordt vroeger geïnd
De fiscus zal met de inning evenwel niet wachten tot de uitkering. Van 2015 tot 2019 wordt er jaarlijks al 1 % geïnd van het kapitaal zoals het door de belastingplichtige bijeen werd gespaard tot 31 december 2014.
Bij de uitkering betaalt u dan effectief de taks, waarvan u het bedrag dat u al betaald hebt, wordt afgetrokken. Dit betekent dus niet dat er bij de uitkering nog 3 % wordt geïnd. Wel wordt er bij de uitkering 8 % geheven op het totaal bijeengespaarde bedrag, daarvan wordt het bedrag dat al betaald werd (door 5 maal 1 % te betalen), afgetrokken.
Nota bene: ook wijziging tijdens het sparen
Het sparen levert een belastingvermindering op van 30 % van het jaarlijks gespaarde bedrag tot een bepaald maximum. Tot 2014 werd dat maximum bedrag jaarlijks geïndexeerd. Voorlopig gebeurt dat niet meer.
Let op: in het begin van 2014 werd er nog aangekondigd dat het maximumbedrag voor dit aanslagjaar (2015) wel 950 euro zou bedragen. Dat is dus niet het geval.