Ook in 2021 belastingvrijstelling voor COVID-19-steun
De wet van 29 mei 2020 houdende diverse dringende fiscale bepalingen ten gevolge van de COVID-19-pandemie voorziet dat de vergoedingen die worden toegekend in het kader van steunmaatregelen genomen door de gewesten, gemeenschappen, provincies en gemeenten, onder bepaalde voorwaarden vrijgesteld zijn van belastingen.
Het gaat zowel om natuurlijke personen onderworpen aan de personenbelasting (of aan de belasting van niet-inwoners (natuurlijke personen)) als om belastingplichtigen onderworpen aan de vennootschapsbelasting (VenB) of aan de belasting van niet-inwoners vennootschappen (BNI/ven.).
De vrijstelling geldt voor de financiële steun die door de gewesten, gemeenschappen, provincies en gemeenten werden toegekend voor de economische gevolgen die belastingplichtigen ondervinden naar aanleiding van de COVID-19-pandemie.
Er zijn echter enkele voorwaarden:
de vergoeding vormt geen directe of indirecte vergoeding in ruil voor de levering van goederen of het verlenen van diensten;
in de regeling op grond waarvan de vergoeding wordt verleend, is uitdrukkelijk bepaald dat die vergoeding wordt verleend om aan de rechtstreekse of onrechtstreekse economische of sociale gevolgen van de COVID-19-pandemie het hoofd te bieden;
de vergoeding wordt betaald of toegekend tussen 15 maart 2020 en 31 december 2020.
De informatie komt direct van de toekenners van de vergoedingen.
In de vennootschapsbelasting werden de ontvangen sommen in principe als opbrengst opgenomen in het resultaat. van het belastbare tijdperk waarin ze werden verkregen. De vrijstelling loopt via een aanpassing in meer van de begintoestand van de reserves.
Verlenging van de maatregelen
De vrijstelling was aanvankelijk beperkt tot vergoedingen betaald of toegekend tussen 15 maart en 31 december 2020.
Maar de gezondheidscrisis was eind 2020 nog niet voorbij. Daarom werd de vrijstelling verlengd via een wet van 20 december 2020. De vrijstelling geldt daardoor ook voor steun betaald of toegekend tot en met 31 maart 2021.
Met een wet van 2 april 2021 werd de vrijstelling nog eens verlengd, nl. tot en met 31 december 2021.
Dus ook voor financiële steun ontvangen in 2021 zal u een belastingvrijstelling. De voorwaarden en modaliteiten van de vrijstelling blijven ongewijzigd.
Terugbetaling
Wat aanvankelijk niet geregeld was, was de mogelijke terugbetaling van financiële steun. Als een ondernemer ten onrechte (belastingvrije) steun heeft ontvangen, dan is de terugbetaling geen aftrekbare beroepskost.