Nieuwe fiscale vrijstelling voor werkgevers om impact eenheidsstatuut te milderen
Het fiscale voordeel dat aan de ondernemingen (werkgevers) wordt toegekend, wordt aangeduid als de vrijstelling 'sociaal passief'. Belastingplichtigen kunnen dankzij deze tegemoetkoming een deel van hun winsten of baten vrijstellen.
Concreet kunnen werkgevers, per werknemer met vijf jaar anciënniteit binnen het eenheidsstatuut een deel van hun winsten of baten belastingvrij verwerven. De vrijstelling geldt voor werknemers die
Aangezien de anciënniteit enkel vanaf 1 januari 2014 wordt gerekend, maakt het niet uit of.de werknemer vóór of na die datum werd aangeworven.
De vrijstelling is evenwel slechts 'tijdelijk'. Op het moment dat de werknemer het bedrijf om welke reden dan ook verlaat, moet het bedrag terug in de winsten of baten worden opgenomen.
Bedrag van de vrijstelling
Het bedrag is gelijk aan drie weken loon per begonnen dienstjaar van de werknemer(s) vanaf het zesde dienstjaar na 1 januari 2014. Vanaf het 21ste dienstjaar na 1 januari 2014 bedraagt de belastingvrijstelling één week loon per bijkomend begonnen dienstjaar.
Het maandloon op basis waarvan de vrijstelling wordt berekend, wordt evenwel beperkt:
de schijf van 0,01 EUR tot 1.500 EUR wordt volledig in aanmerking genomen;.
de schijf van 1.500,01 EUR tot 2.600 EUR wordt voor 30 % in aanmerking genomen;
de schijf boven van 2.600 EUR geeft geen recht op de vrijstelling.
Vanaf 2018 kan dit maximumbedrag, in overleg met de werkgevers- en werknemersorganisaties, worden gewijzigd. Daarbij zal dan rekening worden gehouden met de gezondheidsindex, de evolutie van de lonen, en de eventuele wijzigingen van de fiscale wetgeving. Om binnen het geplande budget van de maatregel te blijven, kan ook de coëfficiënt van 30 % aangepast worden.
Formaliteiten
Uiteraard moeten ook de nodige formaliteiten nageleefd worden. De onderneming moet een 'nominatieve lijst' van de tewerkgestelde werknemers ter beschikking van de administratie houden. Deze lijst moet de volgende gegevens bevatten:
de volledige identiteit van de werknemer, waaronder ook het rijksregisternummer;
de datum van indiensttreding;.
de anciënniteit van de werknemer binnen het eenheidsstatuut (dus vanaf 1 januari 2014);
de bruto belastbare bezoldigingen die aan de werknemer zijn betaald of toegekend, met inbegrip van de sociale werknemersbijdragen.