Nieuw in de aangifte personenbelasting
Maar eerst het belangrijkste: de deadlines.
Indienen op papier moet tegen uiterlijk 28 juni 2019.
Online heeft u tijd tot 11 juli 2019.
Via mandataris heeft u tijd tot 24 oktober 2019.
Nieuwe belastingverminderingen
Het afgelopen jaar heeft de overheid een aantal nieuwe belastingverminderingen ingevoerd. Deze verminderingen kunt u dit aanslagjaar voor het eerst krijgen voor uitgaven die u deed in 2018. U vindt de nieuwe codes terug in vak X.
Belastingvrijstelling van dividenden
Ontvangt u dividenden van aandelen, dan zijn de eerste 640 euro daarvan vrijgesteld. De uitkerende vennootschap zal wel roerende voorheffing inhouden. U moet dus zelf de vrijstelling vragen in de aangifte (code 1437 en 2437).
Meldplicht taks op de effectenrekening
Was u in 2018 titularis van meer dan één effectenrekening, dan moet u dat melden in code 1072/2072 van de aangifte.
Drie manieren om onbelast bij te verdienen.
Sinds vorig jaar kunt u op drie manieren (in totaal tot 6.130 euro) onbelast bijverdienen:
In de deeleconomie (via een erkend platform).
In het verenigingswerk.
Met burgerdiensten.
Voor verenigingswerk en burgerdiensten registreert u zich eerst op bijklussen.be. Voor deze twee activiteiten is er ook een maandgrens van 510,83 euro (in 2019: 520,83).
Blijft u onder deze drempels, dan zijn de inkomsten vrijgesteld en hoeft u ze niet aan te geven. Overschrijdt u de maandgrens voor het verenigingswerk of de burgerdiensten, of overschrijdt u de jaargrens (voor de drie activiteiten samen), dan worden de inkomsten gewone belastbare beroepsinkomsten, tenzij u kunt bewijzen dat het gaat om diverse inkomsten (code 1460 en 2460). Ook die zijn belastbaar, maar aan een lager tarief (33 %).
Beroepskostenforfait voor zelfstandigen met winst
Zelfstandigen met winst kunnen vanaf nu ook kiezen voor een beroepskostenforfait in plaats van het bewijzen van hun werkelijke kosten. Het forfait bedraagt 30 % van hun inkomsten met een maximum van 4.720 euro.
Stopzettingsmeerwaarde
Stopzettingsmeerwaarden op materiële vaste activa zijn vanaf 2018 nog slechts belastbaar tegen 10 % wanneer de meerwaarde gerealiseerd is bij de definitieve stopzetting van de zelfstandige activiteit vanaf de leeftijd van 60 jaar of overlijden, ofwel bij gedwongen definitieve stopzetting n.a.v. een schadegeval, handicap, onteigening, enz. In andere omstandigheden blijft de stopzettingsmeerwaarde belast tegen 16,5 %.
Stopzettingsmeerwaarden op immateriële vaste activa zijn eveneens tegen 10 % belastbaar op voorwaarde dat de meerwaarde gerealiseerd was ofwel bij de definitieve stopzetting van de zelfstandige activiteit vanaf de leeftijd van 60 jaar of overlijden, ofwel bij gedwongen definitieve stopzetting en op voorwaarde dat de meerwaarde niet meer bedraagt dan de nettowinst of -baten van de vier jaren die aan de stopzetting voorafgaan. De stopzettingsmeerwaarden die onder dit gunstig tarief vallen, geeft u aan. in de nieuwe codes. 1686 en 2686.