Moet ik bang zijn van de kaaiman(taks)?
De kaaimantaks belast niet de juridische constructies zelf. Het is
De inkomsten behouden hun eigen aard. Dit wil zeggen dat als de juridische constructie winst, dividenden, interesten, onroerende inkomsten verwerft, die bij de achterliggende Belgische belastingplichtige belast worden als. winst, dividenden, interesten, onroerende inkomsten.
Hoewel de nieuwe belasting pas in de zomer werd goedgekeurd, is ze al in werking getreden.op 1 januari 2015.
Welke juridische constructies vallen onder de regeling?
Er worden twee categorieën van structuren geviseerd. De eerste categorie bestaat uit alle fiduciaire constructies, denk daarbij vooral aan trusts (dat zijn entiteiten zonder rechtspersoonlijkheid). De tweede categorie zijn de structuren met rechtspersoonlijkheid die in hun land van vestiging niet aan belasting zijn onderworpen of kunnen genieten. van een aanzienlijk gunstiger belastingregime (dat wil zeggen dat ze minder dan 15 % (vennootschaps)belasting betalen).
De regering heeft ondertussen twee koninklijke besluiten gepubliceerd waarin de geviseerde entiteiten worden opgesomd:
de eerste lijst bevat drie constructies in EER-landen: de Lichtensteinse
de tweede lijst bevat een zestigtal constructies buiten de EER, vooral in belastingparadijzen als de Kaaimaneilanden, de Maagdeneilanden enzovoort. De regeling voor deze lijst is het spiegelbeeld van de eerste lijst. De lijst is dus
Welke belastingplichtigen vallen onder het toepassingsgebied?
De belasting is van toepassing op de oprichter van de structuur. Het idee hierachter is dat de inbrenger geacht wordt te beschikken over het inkomen van de structuur. Aan het begrip 'oprichter' wordt een ruime betekenis gegeven: niet enkel de oprichter in strikte zin wordt bedoeld, maar iedereen die activa of rechten heeft ingebracht, daarnaast ook de houders van juridische en/of economische rechten in de juridische structuur en ten slotte ook de erfgenamen van de oprichter. Als er meerdere. oprichters zijn, wordt de belastingschuld tussen hen verdeeld (in verhouding tot hun aandeel in de constructie).
Een eerste stap in het belasten van deze 'oprichters' werd trouwens al in 2013 gezet. Sinds aanslagjaar 2014 zijn Belgische belastingplichtigen immers verplicht het bestaan van deze structuren te melden in hun aangiftes personenbelasting vanaf. 2013.