Kantines van verenigingen: hoe zit het met de btw?
Bepaalde handelingen worden door het btw-wetboek uitdrukkelijk vrijgesteld. De verrichters van deze diensten moeten dan geen btw aanrekenen, de gebruikers moeten geen btw betalen. Het gaat vaak om sectoren die worden beschouwd als maatschappelijk waardevol: sociaal werk, sport, cultuur. Zo wordt er bv. geen btw aangerekend op een toegangskaartje van een museum of het lidgeld van een sportclub.
Meestal komt daar de voorwaarde bij dat de inrichter geen winstoogmerk heeft. Wie een toegangsticket koopt van een commerciële concertorganisator zal dus wel btw moeten betalen.
Omdat de organisatoren geen winst mogen maken, moeten ze op zoek naar andere middelen om hun activiteiten mee te financieren. Dat kan door bijkomende activiteiten te organiseren. Ook die bijkomende activiteiten zijn op hun beurt soms vrijgesteld van btw. Een klassieke bijkomende activiteit van sportclubs is de kantine, waar na de training of wedstrijd door sporters en supporters nog wat kan worden gedronken. Probleem is dat net het openhouden van een kantine in principe niet met vrijstelling van btw kan.
Gelukkig is de fiscus, ook nu al, bereid zich soepel op te stellen. De kantine is dus toch vrijgesteld als...
de kantine enkel toegankelijk is voor personen die de instelling effectief bezoeken, bv. de sporters, bezoekers, toeschouwers. De kantine mag dan ook enkel toegankelijk zijn tijdens de openingsuren van de inrichting (de sportclub, het museum) en. er mag geen directe toegang van de straat naar de kantine zijn;
de exploitant van die kantine mag geen andere belastbare werkzaamheden uitoefenen en mag enkel lichte maaltijden verschaffen;
de kantine mag geen concurrentieverstoring veroorzaken ten aanzien van commerciële exploitanten. Daarom mogen de inkomsten uit de kantine niet meer dan 5.580 EUR bedragen of als ze die drempel overschrijden niet meer bedragen dan 10 % van de totale ontvangsten van de inrichting.
Vanaf 2017 nieuwe regels
Vanaf 2017 gelden er nieuwe regels. Het goede nieuws is dat de btw-vrijstelling voor kantines gewoon blijft bestaan. Er wordt enkel aan de voorwaarden gesleuteld.
De vrijstelling voor cafetaria's geldt enkel nog voor: (i) ziekenhuizen en psychiatrische inrichtingen, (ii) instellingen die bejaardenzorg of de gehandicaptenzorg tot doel hebben, (iii)
Ten slotte moeten de vrijgestelde handelingen (de sportieve, culture activiteit) de belangrijkste activiteit van de instelling blijven. De ontvangsten van de kantine mogen niet meer bedragen dan 10 % van de door de instellingen onder voormelde vrijstellingen gerealiseerde omzet. Een eenmalige overschrijding (in de loop van vijf kalenderjaren) van deze 10 % omzetgrens met 1 % wordt door de fiscus door de vingers gezien.
Bijzonder gevallen: jeugdhuizen en OCMW-dienstencentra
Voor jeugdhuizen geldt een aparte administratieve tolerantie.
De kantines van OCMW-dienstencentra zijn vrijgesteld als de jaarlijkse omzet van die activiteit niet meer dan 80.000 EUR bedraagt. Wordt deze drempel overschreden, dan moet het OCMW contact opnemen met het bevoegde btw-controlekantoor. Het controlekantoor zal nagaan of er sprake is van concurrentieverstoring van enige betekenis en oordelen of de exploitatie van de cafetaria aan btw moet worden onderworpen.