Interne meerwaarden: (nieuwe) visie van de rulingdienst
Interne meerwaarden zijn meerwaarden op aandelen die een natuurlijk persoon verwezenlijkt wanneer hij aandelen in een werkvennootschap verkoopt aan of inbrengt in zijn eigen holding. Dit wil zeggen een holdingvennootschap die hij rechtstreeks of onrechtstreeks controleert. De fiscus is geneigd ervan uit te gaan dat deze verrichting enkel door fiscale motieven is ingegeven: met name om de opgepotte reserves uit de exploitatievennootschappen op te nemen in het gestort kapitaal van de holding, en dat kapitaal bij de latere ontbinding van de holding belastingvrij uit te keren..
De fiscus houdt niet van interne meerwaarden
Deze meerwaarden zijn vrijgesteld van belasting, als ze kaderen in het
Engagementen vallen weg, maar dat is niet noodzakelijk goed nieuws
Uit het nieuwste advies van de rulingdienst over interne meerwaarden, blijkt dat ze deze engagementen nu laten vallen. Dit betekent evenwel niet dat u volledig vrij spel krijgt. De fiscus heeft door de invoering van de nieuwe antimisbruikbepaling immers de kans om de latere kapitaalvermindering als
Maar om dat te verhinderen, kan u natuurlijk nog steeds een ruling aanvragen. Maar dan moet u op het moment van de inbreng natuurlijk goed kunnen motiveren dat u de verrichting niet louter om fiscale redenen wil doen. Bij een latere kapitaalvermindering kan de fiscus dan checken of u die niet-fiscale motieven zelf heeft gerespecteerd.
'Overtollige liquiditeiten' al eerder uitkeren
De rulingdienst zal er dus voornamelijk op toezien dat de verrichting (de inbreng van de aandelen in de holding) niet wordt gebruikt (of misbruikt) om in de werkvennootschap opgebouwde liquiditeiten nagenoeg belastingvrij naar de vennoten te laten doorstromen. Dat kan door onder het dbi-regime dividenden uit te keren aan de holding, die daarna via een kapitaalvermindering belastingvrij als 'gestort kapitaal' worden terugbetaald aan de aandeelhouders..
De rulingdienst wil dan ook dat de overbodige liquiditeiten van de werkvennootschap nog vóór de inbrengverrichting als dividend worden uitgekeerd, waardoor er ook gewone roerende voorheffing op verschuldigd wordt.
De rulingdienst verstaat onder 'overtollige liquiditeiten' trouwens alle opgepotte liquiditeiten (bv. ook als ze geïnvesteerd zijn onroerende goederen), die niet voor de eigenlijk hoofdactiviteit (de