Inbreng in natura zonder uitgifte van nieuwe aandelen
Toen in 2012 - 2013 het IBR moest oordelen over de vraag of een inbreng in natura kan zonder uitgifte van nieuwe aandelen, was zij van mening dat dit niet mogelijk was.
Ze had daar hoofdzakelijk twee argumenten voor.
Het eerste was een tekstueel argument: de wet schreef (en schrijft nog steeds) voor dat bij een inbreng in natura een bedrijfsrevisor een verslag moet opmaken. En de bedoeling van dat verslag is, aldus de wet, na te gaan of de waarderingsmethode en de waardering zelf overeenkomt met het aantal 'uit te geven' aandelen. Daaruit besloot het IBR dat er dus wel nieuwe aandelen moesten komen.
Een tweede argument vond het IBR in het principe van 'de verrijking zonder oorzaak' van de vennootschap. Dat zou ook om fiscale redenen een probleem kunnen vormen.
De argumenten in 2021.
Maar dat advies is nu achterhaald. Het Wetboek van vennootschappen en verenigingen (WVV) bevat voor de
Een dergelijke inbreng kan gebeuren bij gewone meerderheid maar u moet wel langs de notaris want een authentieke akte is vereist.
Voor
Volgens het IBR is voor een dergelijke inbreng unanimiteit van de aandeelhouders (aanwezig of vertegenwoordigd) noodzakelijk. Verder moet de inbreng ook in een authentieke akte gegoten worden.
Ten slotte is er de NV. Bij
Het IBR grijpt deze woorden opnieuw aan als het tekstargument om te stellen dat een inbreng in natura zonder uitgifte van nieuwe aandelen in een NV, juridisch niet mogelijk is.