Iedereen ondernemer, ook vzw's
Gevolgen invoering nieuw ondernemingsbegrip
De nieuwe benadering van het ondernemingsbegrip heeft geleid tot het in vraag stellen van het klassieke onderscheid tussen vennootschappen en verenigingen (zonder winstoogmerk).
De nieuwe benadering leidt ook tot een vervaging van het winstoogmerk als onderscheidend criterium van deze samenwerkingsvormen. Het winstoogmerk wordt vervangen door een ander criterium, dat van de rechtstreekse of onrechtstreekse winstuitkering onder de leden. Winstuitkering nastreven, en niet de aard van de activiteiten of het doel/oogmerk, wordt het enige criterium van onderscheid. Elke organisatie krijgt de mogelijkheid om een economische activiteit te beoefenen. Zo kan een vennootschap, naast een klassiek winstdoel, een belangeloos doel hebben waartoe zij een deel van haar winsten bestemt.
De vennootschap met sociaal oogmerk zal dan ook verdwijnen als afzonderlijke rechtsvorm.
Waar vinden vzw's in de toekomst hun wettelijke voorschriften terug?
Ten eerste in Deel 1 van het WVV met algemene bepalingen voor vennootschappen, verenigingen en stichtingen. Boek 1 bevat de definitie van de vereniging en de stichting. Boek 2 bevat bepalingen over de naam van de rechtspersoon, de oprichting en de openbaarmakingsformaliteiten, de nietigheid, het bestuur, de geschillenregeling, de ontbinding en de vereffening. Deze bepalingen zijn van toepassing op alle rechtspersonen, tenzij anders wordt aangegeven.
Vervolgens in Deel 3 van het WVV. Dit deel met de voorschriften voor verenigingen en stichtingen is samengesteld uit Boek 9 (vzw), Boek 10 (ivzw) en Boek 11 (stichting). Het betreft een loutere hercodificatie van de voorschriften over verenigingen en stichtingen met enkele kleine aanpassingen.
Tenslotte in Deel 4 van het WVV. Boek 13 behandelt de herstructurering van verenigingen en stichtingen.
Wat zijn de nieuwigheden voor vzw's in grote lijnen?
De vereniging moet opgericht zijn door ten minste 2 personen (nu 3).
Het blijft een feitenkwestie of de vzw onder de rechtspersonenbelasting (zolang de economische activiteiten bijkomstig blijven) dan wel onder de vennootschapsbelasting valt.
Voor wanneer?
Het wetsontwerp voorziet in ruime overgangstermijnen voor bestaande verenigingen om zich aan te passen.
Houd ook de volgende nieuwigheden voor vzw's in het achterhoofd:
Sinds 1 mei 2018 kunnen vzw's gerechtelijk reorganiseren en failliet gaan (nieuwe insolventierecht).
Vanaf 1 november 2018 wordt de ondernemingsrechtbank bevoegd voor geschillen tussen vzw's.