Herstellingswerken aan privéwoningen: geen btw-attest
Voor renovatie- en herstellingswerken aan woningen heeft de particuliere eigenaar recht op een btw-tarief van 6%. De voorwaarden voor het verlaagd tarief zijn:
de woning is
de woning wordt uitsluitend of hoofdzakelijk als privéwoning gebruikt, en
de uitgevoerde werken (omvorming, renovatie, verbetering, herstelling of onderhoud, met uitzondering van reiniging) worden rechtstreeks aan de eindgebruiker (bv. eigenaar, vruchtgebruiker, huurder, ) gefactureerd.
Is de woning
Naast de verbouwing van oudere woningen kan het verlaagd tarief ook toegepast
worden bij werken aan privéwoningen of woningcomplexen voor
Attest
In elk van die gevallen moest er een btw-attest opgemaakt worden. De bouwheer moest dat attest ondertekenen en op die wijze bevestigde hij dat aan de voorwaarden voor het verlaagd tarief voldaan was. Voor de aannemer was dit attest belangrijk: bij een controle moest hij het kunnen voorleggen om de toepassing van het verlaagd tarief te kunnen verantwoorden.
Maar het attest wordt nu afgeschaft. Een wet van 27 december 2021 vervangt het
door een uitgebreide verklaring op de factuur zelf. Die wijziging is ingegaan op
1 januari 2022. Er geldt wel een overgangsregeling tot
Verklaring
De wet schrijft
- de werken worden verricht aan een woning waarvan de eerste
ingebruikneming heeft plaatsgevonden in een kalenderjaar dat ten minste
jaar
voorafgaat aan de datum van de eerste factuur met betrekking tot die
werken;
- de woning, na uitvoering van die werken, uitsluitend of
hoofdzakelijk als privéwoning wordt gebruikt;
- de werken worden verstrekt en
gefactureerd aan een eindverbruiker. Wanneer aan minstens een van die
voorwaarden niet is voldaan, dan zal de klant de toepassing van het verminderd
btw-tarief schriftelijk moeten betwisten binnen een termijn van een maand en
moet de dienstverrichter een aangepaste factuur of creditnota uitreiken
Voor wat het verlaagd tarief voor de bouw en renovatie van woningen en
woningcomplexen voor mindervalide personen betreft, bestaat er een gelijkaardige
vermelding.
Startpunt termijn
Tot 2021 werd de termijn van 10 of 15 jaar berekend op basis van het jaar van de eerste ingebruikname. De termijn werd dus niet van dag op dag berekend. De administratie geeft zelf het voorbeeld van werken die vanaf 12 februari 2016 uitgevoerd werden aan een privéwoning. De woning voldoet in dat geval aan de voorwaarde van 10 jaar anciënniteit, als ze in de loop van het jaar 2006 of in de jaren daarvoor voor het eerst werd bewoond.
Vanaf 1 januari 2022 wordt er teruggeteld vanaf de datum van de eerste factuur
voor de werf. Omdat er bij verbouwingen veelal gewerkt wordt met
voorschotfacturen, is de impact van deze wijziging niet zo groot..
Een vermelding op de factuur i.p.v. op een attest is eigenlijk een
vereenvoudiging. In tegenstelling tot het attest is er nu een vaste formulering.
Bovendien kan de aannemer het attest niet meer verliezen of vergeten.
De
wijziging aan de berekeningstermijn is in de praktijk minder belangrijk.