Gezag van rechterlijk gewijsde genuanceerd (art. 199 DB Justitie)
Het gezag van rechterlijk gewijsde vereist in principe dat de gevorderde zaak dezelfde is en dat de vordering berust op dezelfde oorzaak (de feiten waarop de vordering is gebaseerd dus). Ongeacht de ingeroepen rechtsgrond. Hiermee wordt vermeden dat eenzelfde vordering meerdere keren wordt ingesteld, maar telkens op een andere rechtsgrond. De wetgever nuanceert dit principe nu: het gezag van gerechtelijk gewijsde strekt zich niet uit tot de vordering die berust op dezelfde oorzaak maar waarvan de rechter geen kennis kon nemen, gelet op de rechtsgrond waarop ze steunt.
Artikel 199 van de wet van 21 december 2018 treedt in werking op 10 januari 2019.
Bron: Wet van 21 december 2018 houdende diverse bepalingen betreffende justitie, BS 31 december 2018 (art. 199 DB?Justitie)
Zie ook:Gerechtelijk Wetboek (art. 23)