Geregistreerd kassasysteem (GKS): circulaire moet onduidelijkheden oplossen
Wanneer een belastingplichtige spijs en drank verkoopt (aan een consument), kan deze handeling op twee manieren bekeken worden: (1) als de levering van een goed, (2) als het verrichten van een restaurant- of cateringdienst.
Waarom is het onderscheid belangrijk?
Het
De
Voor
Verstrekken van eten en drinken gebeurt bij de belastingplichtige zelf
De circulaire spreekt van 'een ruimte' van de belastingplichtige. Dat kan zowel binnen als buiten zijn. De ruimte hoeft geen eigendom zijn van de belastingplichtige, ook een gehuurde ruimte telt.
Als de belastingplichtige een ruimte
Als de klanten het eten en drinken
een bijkomend infrastructuurelement die de consumptie ter plaatse aangenamer maakt zoals parasols, sfeermuziek, tafelbekleding
mogelijkheid tot zitten
bediening aan tafel.
Als er geen bijkomende diensten worden aangeboden, wordt het aanbod van dranken en/of spijzen gezien als de loutere levering van een goed.
Als de uitbater zowel een ruimte binnen als buiten heeft, wordt voor iedere handeling apart geoordeeld of aan de voorwaarden is voldaan.
De belastingplichtige levert eten en drinken op een andere plaats
De situatie is anders wanneer de belastingplichtige op een andere plaats (bij de klant thuis of op een door de klant gekozen locatie) spijzen en dranken levert. Denk daarbij aan een traiteur, foodtruck of kok aan huis. Ook deze handeling kan een dienst zijn of de loutere levering van een goed.
Wanneer de belastingplichtige enkel spijzen en dranken levert, zonder verdere tussenkomst, doet hij een gewone levering van goederen.
Wanneer er ook menselijke tussenkomst is van de belastingplichtige, wordt de handeling een cateringdienst:
bereiding/verwarmen van de spijzen ter plaatse
serveren van de maaltijden, achteraf afruimen van tafels,. afwas
schikking van het buffet.
Het moet hierbij wel gaan om een menselijke tussenkomst door de belastingplichtige zelf, niet van een derde. Het gaat dan wel om een echte derde: er zou immers misbruik kunnen voorkomen wanneer een verbonden derde (bv. een dochteronderneming van de cateraar) de tussenkomst zou verzorgen. Op die manier zou een cateraar op kunstmatige wijze ervoor kunnen zorgen dat zijn diensten niet worden meegeteld voor de omzetdrempel van 25.000 euro.