De vennootschapsbijdrage in extenso
De jaarlijkse vennootschapsbijdrage is een forfaitair bedrag en dient om het socialezekerheidsstelsel van de zelfstandigen te financieren.
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (BVBA), ook de éénpersoons-BVBA;
de naamloze vennootschap (NV)
de coöperatieve vennootschap met onbeperkte hoofdelijke aansprakelijkheid (CVOHA)
de coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (CVBA)
de vennootschap onder firma (V.O.F.)
de gewone commanditaire vennootschap (GCV)
de commanditaire vennootschap op aandelen (Comm. VA)
de landbouwvennootschap (LV)
Ook burgerlijke vennootschappen (zoals advocatenvennootschappen en patrimoniumvennootschappen) die voor een handelsvorm kozen, zijn bijdrageplichtig.
Voor wie niet?
Zijn geen vennootschapsbijdrage verschuldigd:
de landbouwvennootschap en vennootschap met sociaal oogmerk (BVBA SO, NV SO, ...) die bewijzen dat zij niet onderworpen zijn aan de vennootschapsbelasting
het Economisch Samenwerkingsverband (ESV) en het Europees Economisch Samenwerkingsverband (EESV)
de vereniging zonder winstoogmerk (vzw) en de feitelijke vereniging
To do
Elke Belgische vennootschap moet zich aansluiten bij een sociaal verzekeringsfonds naar keuze. Vanaf haar oprichtingsdatum heeft ze hiervoor 3 maanden de tijd, ook al is ze nog niet actief. De oprichtingsdatum is de datum waarop de vennootschap rechtspersoonlijkheid verwerft, lees de datum waarop haar statuten (oprichtingsakte) bij de rechtbank van koophandel (de ondernemingsrechtbank vanaf 1 november 2018...) worden neergelegd.
Als de vennootschap zich niet tijdig aansluit, volgt een ingebrekestelling met een extra aansluittermijn van 30 dagen vanaf de datum van de aangetekende brief. Na verloop van die extra termijn wordt de vennootschap ambtshalve aangesloten bij de Nationale Hulpkas voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen.
To do plus
Naast de verplichte aansluiting bij een sociaal verzekeringsfonds, betaalt de vennootschap ook jaarlijks een vennootschapsbijdrage.
Pas opgerichte vennootschappen hebben nog geen voorlaatste afgesloten boekjaar om de bijdrage op te baseren. Zij betalen de laagste bijdrage (basisbijdrage).
Bestaande vennootschappen en vennootschappen die hun rechtspersoonlijkheid verkrijgen in januari, februari of maart van het bijdragejaar, betalen hun bijdrage vóór 1 juli van dat bijdragejaar aan het sociaal verzekeringsfonds.
Het sociale verzekeringsfonds stuurt de vennootschap een betalingsbericht. Maar ook zonder dit bericht moet de vennootschap de bijdrage betalen. Een laattijdige betaling leidt tot een verhoging van 1% van het bijdragebedrag per maand vertraging. Zaakvoerders, bestuurders of werkende vennoten zijn trouwens hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de bijdragen, verhogingen en kosten!
Vrijstellingen
Een vrijstelling van de bijdragebetaling bestaat er voor:
beginnende personenvennootschappen gedurende de eerste 3 jaar
vennootschappen die failliet verklaard werden
vennootschappen onder gerechtelijk akkoord
vennootschappen in vereffening
vennootschappen die bewijzen dat ze gedurende dat volledige kalenderjaar geen enkele handels- of burgerlijke activiteit hebben uitgeoefend
Vrijstelling van bijdragebetaling betekent niet dat al betaalde bijdragen worden terugbetaald.
Tot slot. Na 5 jaar verjaart de vordering tot terugbetaling. Eventuele onverschuldigde bijdragen kunnen dan niet meer teruggevraagd worden.