De uitzonderingen op de bindende kracht van de goedgekeurde jaarrekening
Mogelijkheden tot correctie van een goedgekeurde jaarrekening
Eens de jaarrekening wordt goedgekeurd, kunnen bestuurders of zaakvoerders er in beginsel niet meer op terugkomen. Het bindende karakter van de jaarrekening is evenwel niet absoluut. Op dit principe bestaan uitzonderingen.
Bij het opstellen van de jaarrekening is het mogelijk om in deze nieuwe jaarrekening bepaalde posten van het vorige boekjaar aan te passen met het oog op de vergelijkbaarheid. Gezien het beginsel dat de jaarrekening een getrouw beeld moet geven van het vermogen, de financiële positie en het resultaat van de vennootschap mogen de bedragen van het voorafgaande boekjaar worden aangepast met het oog op hun vergelijkbaarheid. Die aanpassing vergt geen bijkomende boekingen.
Anderzijds kan of moet de voorheen goedgekeurde jaarrekening zelf in bepaalde gevallen retroactief worden gecorrigeerd.
In de eerste plaats kunnen materiële vergissingen achteraf nog worden rechtgezet. Voorbeelden van dergelijke vergissingen zijn: een verkeerd bedrag door een schrijffout, een voorraad die wegens verstrooidheid werd gewaardeerd met verkoopprijzen in plaats van aankoopprijzen, bij vergissing een bepaalde opbrengst op een verkeerde rekening boeken, rekenfouten of andere grove feitelijke vergissingen die onafhankelijk van enige juridische beoordeling worden begaan.
Beleidsbeslissingen, eigenlijke beslissingen, uitgedrukt in de jaarrekening, kunnen niet meer worden gecorrigeerd ook al blijken zij achteraf onoordeelkundig en lichtzinnig te zijn geweest. Er bestaan boekhoudrechtelijke bepalingen, zoals de waarderingsregels, waarbij de onderneming bij de toepassing ervan over een zekere beleidsvrijheid beschikt.
Correctie door algemene vergadering
Stelt u als bestuurder een schending van het boekhoudrecht vast, die bij vergissing plaatsvond en enkel een impact heeft op de laatst neergelegde jaarrekening, dan is een correctie van de jaarrekening verplicht, en moet u een bijzondere algemene vergadering bijeenroepen.
Correctie van die laatst neergelegde jaarrekeningen moet gebeuren door:
eventuele aanpassing van de vergelijkende cijfers (bij schending van de boekhoudwet in de periode vóór het laatst afgesloten boekjaar);
doorvoering van de correctieboekingen in het laatst afgesloten boekjaar (aanpassen van de openingsbalans bij een vergissing vóór het laatst afgesloten boekjaar en overige correctieboekingen, beide in het laatst afgesloten boekjaar);
vermelding in de toelichting van de gecorrigeerde jaarrekening van de aard en de wijze van herstel van de vergissing. Als de vergissing in één van de daaraan voorafgaande jaren plaatsvond, moet in de toelichting van de herwerkte jaarrekening de nodige informatie worden verstrekt over het ontstaan en de aard van de vergissing en de impact hiervan op de betreffende jaarrekening(en).
De verbeterde jaarrekening(en) moet(en) eveneens worden neergelegd bij de Nationale Bank van België.
Uitzondering: correctie door bestuursorgaan
In principe keurt de algemene vergadering de gecorrigeerde jaarrekening goed. Maar bij de correctie van een materiële vergissing die duidelijk blijkt uit de goedgekeurde jaarrekening zelf of uit andere handelingen die uitgaan van de algemene vergadering neemt het bestuursorgaan zelf de verantwoordelijkheid om over te gaan tot de correctie van vergissingen, zonder een algemene vergadering bijeen te roepen.