De bestuurdersaansprakelijkheid voor onbetaalde lonen
In 1997 richten L. en D. een vennootschap op (een BVBA) waarin ze beiden de rol opnemen van bestuurder. Een jaar later werven ze dhr. X aan. In 2009 gaat X, op zijn 60ste verjaardag, vrijwillig op pensioen. In 2010 wordt de vennootschap failliet verklaard. X heeft op dat moment nog niet zijn volledige vergoeding gekregen en hij klopt aan bij het Fonds tot vergoeding van de in geval van Sluiting van Ondernemingen ontslagen werknemers (FSO). Het blijkt dat X niet was ingedeeld in de correcte salarisschaal en onderbetaald werd. Het FSO vergoedt hem slechts gedeeltelijk en X klaagt beide bedrijfsleiders aan wegens gebrek aan regularisatie van het loon, achterstallig vakantiegeld en vergoeding van het pensioenverlies.
Bestuurdersaansprakelijkheid
In
Daar bestaat echter een belangrijke
In dit geval oordeelt de rechtbank van Nijvel dat er inderdaad sprake was van een strafbaar feit (namelijk de niet-betaling volgens de salarisschaal en van het vakantiegeld) zodat de bestuurders hoofdelijk gehouden werden om X te vergoeden.
Bestuurder in feite of in rechte
Eén van de bestuurders argumenteert echter dat hij niet aansprakelijk gesteld kan worden omdat hij enerzijds zich niet bezighield met de personeelszaken en anderzijds omdat hij in de laatste maanden van de bedrijfsactiviteit werkonbekwaam was.
Het arbeidshof van Brussel verwerpt het eerste argument maar heeft wel oren naar het tweede argument. De bestuurder kan aantonen dat hij sinds 1 april 2008 niet meer kon werken. Het is pas op de algemene vergadering van 15 april 2009 (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 26 augustus 2009) dat het ontslag geacteerd wordt. Maar dat is voor het hof geen bezwaar om de bestuurder vrij te stellen van schadevergoeding vanaf het moment dat hij werkonbekwaam werd.
Immers, om strafrechtelijk aansprakelijk te kunnen zijn moet er sprake zijn van een effectieve uitoefening van de functie van bedrijfsleider wat hier niet meer het geval was.
Let op: bestuurders blijven wel burgerrechtelijk aansprakelijk tot het einde van hun mandaat gepubliceerd is in het Belgisch Staatsblad.
En het sociaal secretariaat?
Ook het sociaal secretariaat werd in de zaak betrokken omdat zij de vergoedingen in eerste instantie verkeerd berekend had. Maar de rechtbank van Nijvel en het hof van beroep leggen het verzoek van de bestuurders naast zich neer. Voor de rechtbank is het onvoldoende bewezen dat het sociaal secretariaat een fout zou hebben begaan.
Het hof van beroep gaat zelfs een stap verder door te stellen dat de onderneming onjuiste en/of onvolledige informatie aan zijn sociaal secretariaat had verstrekt. Een werkgever mag zijn sociaal secretariaat wel extra taken toevertrouwen (zoals het bepalen van de beroepscategorie waar een werknemer moet in opgenomen worden), maar dat moet dan gebeuren onder een uitdrukkelijk mandaat (zoals een aanvullende overeenkomst, ...) en dat is hier niet gebeurd.