Cash for car: voor wie interessant?
De cash for car-regeling is van toepassing op:
alle werknemers met een bedrijfswagen in de private of openbare sector. Zij moeten in de voorbije 3 jaar minstens 12 maanden een bedrijfswagen hebben waarvan 3 maanden ononderbroken voorafgaand aan de aanvraag. Er zijn specifieke regels voor werknemers die van werk veranderen.
alle werkgevers die al minstens gedurende een ononderbroken periode van 3 jaar, één of meerdere bedrijfswagen hebben gegeven aan één of meerdere werknemers. Voor starters geldt die termijn niet.
Bedrijfsleiders kunnen niet genieten van de mobiliteitsvergoeding. Werknemers die in dezelfde onderneming ook een gratis mandaat als bedrijfsleider uitvoeren, komen wél in aanmerking voor een mobiliteitsvergoeding.
Juridische luik van de mobiliteitsvergoeding
De werkgever neemt het initiatief voor het invoeren van een mobiliteitsvergoeding.
De formele aanvraag van de werknemer en de positieve beslissing van de werkgever vormen een overeenkomst die deel uitmaakt van de arbeidsovereenkomst. Deze overeenkomst gaat vooraf aan de eerste uitbetaling van de mobiliteitsvergoeding en vermeldt onder andere het basisbedrag van de mobiliteitsvergoeding.
De mobiliteitsvergoeding is een maandelijks geldbedrag dat overeenstemt met de waarde op jaarbasis van het gebruiksvoordeel van de ingeleverde bedrijfswagen. Het geldbedrag wordt berekend op basis van de cataloguswaarde (jaarlijks geïndexeerd) in nieuwe staat van de ingeleverde bedrijfswagen: cataloguswaarde x 6/7 x 20%.
De mobiliteitsvergoeding vormt geen loon en wordt daarom uitdrukkelijk uitgesloten uit het RSZ-loonbegrip voor de berekening van de socialezekerheidsbijdragen.
Fiscale gevolgen
Als een bedrijfswagen wordt vervangen door een mobiliteitsvergoeding, dan vormt die vergoeding een belastbaar voordeel. Het jaarlijks belastbaar voordeel is beperkt tot 4% van de berekeningsbasis: dat is 6/7 van de cataloguswaarde en zonder dat het voordeel lager kan zijn dan 1.310 euro (geïndexeerd bedrag voor aanslagjaar 2019; basisbedrag: 820 euro).
Aftrek in de personenbelasting
De werkgever die onderworpen is aan de personenbelasting, kan de mobiliteitsvergoeding aftrekken ten belope van 75%.
Aftrek in de vennootschapsbelasting
De solidariteitsbijdrage die de werkgever verschuldigd is voor de mobiliteitsvergoeding, is fiscaal volledig als beroepskost aftrekbaar.
Verlies gunstig statuut
De mobiliteitsvergoeding verliest zijn gunstig sociaal en fiscaal statuut, als de werkgever naast en bovenop de mobiliteitsvergoeding toch nog het voordeel van een bedrijfswagen voor privévervoer blijft toekennen of opnieuw toekent. Tenzij in uitzonderlijke omstandigheden zoals het gebruik van een poolwagen.
De mobiliteitsvergoeding kan niet gecombineerd worden met de vrijstelling voor een terugbetaald treinabonnement of een vrijgestelde fietsvergoeding, tenzij dat voordeel al gecombineerd werd met het gebruik van de firmawagen. De werkgever mag ook geen vergoeding voor woon-werkverkeer meer toekennen.