Bedrijfsvoorheffing: starters moeten BV niet volledig doorstorten
Alle ondernemingen en instellingen die lonen uitbetalen aan hun werknemers moeten daarop bedrijfsvoorheffing inhouden. Deze ingehouden bedrijfsvoorheffing moeten ze vervolgens doorstorten naar de schatkist.
Uitzondering: bedrijfsvoorheffing inhouden maar niet volledig doorstorten
Verschillende werkgevers zijn evenwel gedeeltelijk vrijgesteld en mogen een deel van de ingehouden bedrijfsvoorheffing zelf houden, bv. onderzoeksinstellingen, universiteiten en Young Innovative Companies voor wat betreft de lonen die ze aan onderzoekers uitkeren.
Ook startende ondernemers hebben sinds de zomer recht op een gedeeltelijke vrijstelling.
Merk op dat ook deze instellingen en ondernemers de BV wel degelijk
De gedeeltelijke vrijstelling voor starters
Terwijl er vaak voorwaarden gesteld worden aan de werknemers (bv. werknemer moet 'onderzoeker' zijn, werknemer moet doctoraat hebben), wordt hier enkel een voorwaarde gesteld aan de werkgever. Met andere woorden: de vrijstelling geldt voor de lonen van alle werknemers ongeacht hun diploma of functie.
Voor de werkgever geldt een dubbele voorwaarde. De werkgever moet (i) een starter zijn en (ii) een micro-onderneming of kleine onderneming.
De onderneming moet bovendien een
Als ze aan de dubbele voorwaarde voldoet, heeft de onderneming recht op. een vrijstelling van doorstorting van 10 % van de bedrijfsvoorheffing die werd ingehouden op de bezoldiging van de werknemers, voor een periode van 48 maanden. De zogenaamde micro-ondernemingen genieten een vrijstelling ten belope van 20 %.
Ten slotte nog dit:
de. vrijstelling is van toepassing voor bezoldigingen die zijn betaald of toegekend vanaf 1 augustus 2015;
deze vrijstelling mag worden gecombineerd met andere vrijstellingen van doorstorting van bedrijfsvoorheffing (voor overuren, ploegenarbeid, wetenschappelijk onderzoek,...) waarvan de onderneming gebruik maakt.