Abnormale en goedgunstige voordelen: wanneer belast bij de verstrekker?
Het lijkt logisch: een onderneming kan alleen belast worden op de winst die ze effectief maakt. Maar wat als een vennootschap bewust er voor kiest om geen winst te maken, waar ze dat wel kan, bv. door diensten gratis of zwaar onder de kostprijs te verrichten. Bij een gewone prijs zou de vennootschap belastbare winst gemaakt hebben, door de dienst gratis weg te geven, heeft ze echter geen winst. De vennootschap heeft door de dienst gratis te verrichten, een abnormaal of goedgunstig voordeel verstrekt. In dat geval kan de gemiste 'winst' toch belast worden.
Abnormale en goedgunstige voordelen: een definitie
Er is sprake van een
Belast bij de verstrekker
Het verstrekte voordeel wordt bij de winst van de voordeelverstrekker gevoegd en bij hem belast.
Uitzondering als het voordeel bij de genieter kan worden belast
Als de verkrijger van het voordeel een Belgische vennootschap is en op het voordeel belast kan worden, moet het voordeel niet bij de winst van de.verstrekker worden geteld:
nv X neemt diensten af van dochter Y en betaalt daarvoor een prijs die boven de marktprijs ligt = X heeft een abnormaal voordeel toegestaan (tussen twee onafhankelijke bedrijven zou de marktprijs betaald worden) = hierdoor heeft Y een hogere winst = het voordeel wordt bij Y belast = het voordeel moet niet bij de winst van voordeelverstrekker X worden gevoegd;
nv X levert diensten aan dochter Y en rekent daarvoor een prijs aan die onder de marktprijs ligt = X heeft een abnormaal voordeel toegestaan (tussen twee onafhankelijke bedrijven zou de marktprijs aangerekend worden) = hierdoor heeft Y minder kosten en daardoor een hogere winst = het voordeel wordt (onrechtstreeks) bij Y belast = het voordeel moet niet bij de winst van voordeelverstrekker X worden gevoegd.
Uitzondering op de uitzondering
In enkele gevallen kan de voordeelverstrekker niet aan de belasting 'ontsnappen', zelfs niet als het voordeel bij de genieter kan worden belast. Dat is het geval als:
de binnenlandse voordeelverstrekker en de buitenlandse genieter zich rechtstreeks of onrechtstreeks in enigerlei band van wederzijdse afhankelijkheid. bevinden (bv. moeder en dochter); OF
de buitenlandse genieter in het land van vestiging niet aan de inkomstenbelasting is onderworpen of aan een aanzienlijk gunstiger fiscaal regime dan in België is onderworpen; OF
de genieter een buitenlandse vennootschap is die belangen gemeen heeft met één van de hierboven vermelde vennootschappen ( = een tussenvennootschap).