Aanvullend in aanmerking nemen van militaire dienst bij pensioenberekening
Die aanvulling voorziet in een gelijkstelling wanneer 'de perioden van militieverplichtingen in het Belgische leger', na toepassing van de bestaande gelijkstellingen of de gelijkstellingen van de perioden 'militaire dienst' binnen het zelfstandigenpensioen, niet in aanmerking worden genomen in een Belgisch wettelijk, reglementair of statutair rustpensioenstelsel. De betreffende perioden worden gelijkgesteld met arbeidsperioden voor zover, volgend op deze perioden, de betrokkene als eerste de hoedanigheid van werknemer verwerft.
We noteren een gelijkaardige gelijkstelling:
met arbeidsperioden als ondergronds mijnwerker voor zover, volgend op deze perioden, betrokkene als eerste de hoedanigheid van ondergronds mijnwerker verwerft (KB van 21 december 1967, artikel 35, §2);
met arbeidsperioden als zeevarende voor zover, volgend op deze perioden, betrokkene als eerste de hoedanigheid van zeevarende verwerft (KB van 21 december 1967, artikel 36, §2);
met arbeidsperioden als lid van het vliegend personeel voor zover, volgend op deze perioden, betrokkene als eerste de hoedanigheid van lid van het vliegend personeel verwerft (KB van 3 november 1969);
met arbeidsperioden als beroepsjournalist voor zover, volgend op deze perioden, betrokkene als eerste de hoedanigheid van beroepsjournalist verwerft (KB van 27 juli 1971).
Parallel met deze aanpassingen heeft een tweede KB van 21 juli 2016 het algemeen reglement op het zelfstandigenpensioen aangepast. Het gaat om een kruisverwijzing naar de betreffende bepalingen in het algemeen reglement op het werknemerspensioen. Wanneer, na toepassing van die gelijkstellingen of de gelijkstellingen 'militaire dienst' in de pensioenregeling voor zelfstandigen, de perioden niet in aanmerking worden genomen in een Belgisch wettelijk, reglementair of statutair pensioenstelsel, worden uitsluitend deze perioden gelijkgesteld met perioden van bezigheid voor zover, volgend op deze perioden, betrokkene eerst de hoedanigheid van zelfstandige verwerft. Het wijzigings-KB bepaalt ook het fictief inkomen voor de betreffende kwartalen.
Deze aanpassingen zijn van toepassing op de pensioenen die daadwerkelijk en voor de eerste maal ten vroegste ingaan op 1 juli 2017. De KB's van 21 juli 2016 treden in werking op 1 juli 2017.
In de aanhef van het tweede KB wijst men erop dat de aanvraag in de pensioenregeling voor zelfstandigen tot 1 jaar voor de gewenste ingangsdatum ingediend kan worden. Dus moet het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen (RSVZ) tijdig zijn informaticatoepassingen kunnen aanpassen en moet de instelling al rekening kunnen houden met de nieuwe regels om correcte pensioenbeslissingen te kunnen betekenen aan de zelfstandigen die vanaf 1 juli 2017 met pensioen wensen te gaan.
Bron: ? Koninklijk besluit van 21 juli 2016 tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen, BS 8 augustus 2016
Bron: ? Koninklijk besluit van 21 juli 2016 tot wijziging van diverse koninklijke besluiten, wat het aanvullend in aanmerking nemen van de militaire dienst in het pensioenstelsel van werknemers betreft, BS 8 augustus 2016